De moed om te vertrouwen

Wie eerst?

Een manager van een middelgroot bedrijf voert een kennismakingsgesprek met de nieuwe teamleider die o.a. een inhoudelijke rol gaat vervullen binnen zijn afdeling. Het gesprek verloopt helaas stroef. De manager concludeert dat hij eerst wel eens wil zien hoe de teamleider zich gaat opstellen en of hij het waar gaat maken. Als de manager een paar weken de teamleider nog eens spreekt zegt de teamleider op zijn beurt: ‘dat was een vervelend gesprek en ik weet nog niet of ik jou wel kan vertrouwen’.

En zo wacht iedereen op een ander. Het wordt bijna een spel, wie durft als eerste openlijk de ander vertrouwen en ruimte te geven? Zelf heb ik als trainer, coach een aantal keren onvoorwaardelijk vertrouwen van een opdrachtgever ervaren. In die situaties krijg ik vleugels, neem ik van harte verantwoordelijk voor mijn taak en voel ik aangemoedigd om mijn kwaliteiten vrij-uit in te zetten. En is dat niet precies wat we graag van medewerkers willen?

De beweging van controle naar vertrouwen

Vertrouwen, en daarmee ook het loslaten van controle, lijkt op dit moment één van de belangrijkste thema’s in organisaties te zijn. Mensen vertellen me over hun behoefte om meer vanuit vertrouwen, in verbinding en vanuit oprechte drijfveren en kwaliteiten te willen werken. Dat het niet meer vervullend is om dingen te doen vanuit platgelopen paden of omdat iemand anders het simpelweg oplegt. Medewerkers willen weten waarom iets belangrijk is, zelf nadenken en eigen verantwoordelijkheid, zonder onmiddellijk teruggefloten te worden. Leidinggevenden die verwachten dat anderen klakkeloos doen wat zij zeggen hebben het nu moeilijk. Zij zullen helder moeten uitleggen waar de organisatie naar toe beweegt, en welke plek en bijdrage iedereen daarin heeft, passend bij de kwaliteiten en drijfveren van de medewerkers. En minstens net zo belangrijk: medewerkers hebben ruimte en vrijheid nodig om eigen keuzes te kunnen maken. Zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze hun doelen gaan halen. Anderzijds kunnen medewerkers niet meer verwachten dat leidinggevenden alle problemen voor hen oplossen en nemen we gelukkig eindeloos geklaag en onterechte excuses niet meer al te serieus. En is het niet meer dan logisch dat een organisatie verwacht dat er heldere afspraken gemaakt worden over verwachtingen en resultaten. Want werken vanuit vertrouwen gaat hand in hand met verantwoordelijkheid geven en nemen.

Het is niet meer dan logisch dat het komen tot ‘werken vanuit vertrouwen’ gebaat is bij persoonlijk contact. Daadwerkelijk geïnteresseerd zijn wat een ander drijft en verwacht, het uitwisselen van wat goed gaat als ook van waar verbeteringen mogelijk zijn. Een leidinggevende die zichzelf goed kent en openlijk zijn eigen ideeën en gevoelens durft te delen heeft daarbij een duidelijke voorsprong.

Onszelf vertrouwen

Het nadenken over hoe we een ander vertrouwen of vertrouwen ontvangen is één ding, het wordt spannender als we onszelf de vraag stellen: in hoeverre vertrouw ik op mezelf? Wanneer heb ik voor het laatst tijd genomen om mezelf eens af te vragen wat ik werkelijk belangrijk vind en hoe ik mijn tijd door wil brengen? Ben ik eerlijk tegen mezelf als ik kijk hoe tevreden ik ben met het werk dat ik doe? Of loop ik al weer een hele tijd rond op de automatische piloot. En als ik dan de stem van mij hart hoor of de stem in mijn hoofd, heb ik dan de moed om daar werkelijk naar te luisteren en stappen te zetten om mijn verlangen te volgen? Of laat ik mijn keuzes vooral afhangen van wat anderen vinden? Als ik bepaalde doelstellingen formuleer kan ik dan van mezelf op aan dat ik daar wekelijks tijd en aandacht aan besteed? Of eindig ik weer op de bank voor de tv, want dan hoef ik geen initiatief of verantwoordelijkheid te nemen of kan ik dat probleem nog even uitstellen in plaats van na te denken over een oplossing. Ga ik liever eindeloos vergaderen in plaats van daadwerkelijke verbeteringen voor de afdeling te organiseren. Zijn er in mijn hoofd genoeg redenen om mezelf te sussen en goed te praten dat ik deze week opnieuw te weinig in sporten en ontspanning heb geïnvesteerd. Ofwel kan ik van mezelf op aan?

Loslaten

Als we steeds vaker de moed vinden om te vertrouwen en onze diepste drijfveren en verlangens volgen dan kan dat niet zonder loslaten. Loslaten van bijvoorbeeld oude zekerheden als ‘als ik hier blijf werken dan weet ik tenminste wat ik heb’ want het werk vervult niet meer maar de collega’s zijn wel gezellig. Of: ‘ik hoef nu maar tien minuten te fietsen en bij een nieuwe baan weet je dat maar nooit’. In het laatste geval zijn we mogelijk ook iets teveel in onze comfortzone beland, dat we het gewoon vinden om niet te veel te moeite te doen. Terwijl …. ga maar eens een stuk tegen de harde wind in over de dijk fietsen, een nog niet helemaal vast omschreven nieuwe taak aan, de lastige klant bellen met het vertrouwen dat het misschien toch iets op gaat leveren… als je daar mee bezig bent zou je wel eens meer energie en vervulling kunnen ervaren dan wanneer je blijft waar je bent. Zekerheid, controle, veiligheid lijken aantrekkelijk maar houden ons meestal klein en in de slaapstand.

Hoe kun je daar een beetje los van komen? Onze behoefte aan zekerheid en controle wordt minder belangrijk als we genoeg duidelijkheid in ons leven weten te creëren (wat belangrijk voor ons is), daar zoveel mogelijk naar leven en veranderingen maken door kleine stappen te zetten.

Een ander iets om los te laten is, is het idee dat alles altijd perfect moet gaan. Nieuwe wegen bewandelen kan niet zonder kleine experimenten zodat je kan ervaren wat het nieuwe je oplevert en zodat je onderweg kan bijsturen.

Actief aan de slag met het thema Vertrouwen:

  • Interactieve lezing ‘Waardengestuurd werken’ op woensdag 23 mei 19.30 uur in Wageningen
  • Opstellingenbijeenkomst ‘De moed om te vertrouwen’, donderdag 31 mei 19.30 in Wageningen
  • Coachend leidinggeven vanuit vertrouwen: van controle naar loslaten, in company of individueel